Stichting Arjati ontvangt regelmatig verzoeken voor een rondleiding in het Indisch Museum met iets extra’s. Samen met Ellen van Nispen, die het secretariaat beheert van het Indisch Museum, wordt gekeken wat de groep voor wensen heeft, of zij uitgebreid op een specifiek onderwerp in willen gaan en de lengte van het programma al dan niet met een warme maaltijd. Graag willen wij u meenemen in het programma van de families von Franquemont en Roovers. Leest u hieronder het verslag van hun gastheer Rob Adolphs.
Aanleiding van deze rondleiding was een toevallige ontmoeting met mevrouw Wiesje von Franquemont. Deze ontmoeting vond plaats tijdens de crematie bijeenkomst van mevrouw Sientje Roovers, een nicht van Wiesje. En Sientje Roovers is de moeder van Marijke Roovers, mijn schoonzus. Wiesje had mij aan de koffietafel benaderd, omdat ze graag over haar voormalige echtgenoot wilde vertellen; een man van Indische afkomst met een verleden in de Japanse kampen tijdens WOII in het voormalig Nederlands Indië. Ik zei dat deze bijeenkomst niet zo geschikt was en ik nodigde haar en haar familie uit in het Indisch Museum Breda. Ook de familie Roovers had interesse in de Indische geschiedenis
Op zondag 29 december had ik beide families ontvangen. In totaal 16 personen. Ik had Marian, mijn vrouw gevraagd mij te helpen bij verzorging van thee, koffie en spekkoek. De presentaties gaf ik in 2 groepen van 8 personen, onderverdeeld in beide families. Inleiding en doelstelling van de Stichting Arjati en het Indisch Museum heb ik uitvoerig toegelicht. Bij de familie von Franquemont richtte ik mij meer op de Japanse kampen. Wiesje kon haar verhaal vertellen over haar echtgenoot die in de kampen heeft gezeten. Ik heb later met haar de boeken van de kampen doorgebladerd. Bij de familie Roovers stond ik stil bij de Bersiap periode. Hun vader was als 20-jarige KL militair uitgezonden naar Oost-Java. Hij heeft jaren tegen de “Pemuda” gevochten rond Surabaya. Hij had een dagboek bijgehouden en ik hoop eens een kopie te ontvangen.
Na de presentaties heb ik de rondleiding gegeven. We stonden even stil bij de foto’s van de kampen en de Bersiap. Ook de vitrines werden met belangstelling bekeken. Het gezelschap genoot nog van een kopje thee en koffie en ging daarna met een mooi en goed gevoel huiswaarts. Ik heb zelf deze presentatie en rondleiding als een succes ervaren. De verhalen van beide families waren voor mij ook hoogst interessant.
Rob Adolphs