Stil staan bij 15 augustus 1945
Donderdag 15 Augustus 2013. Een gewone doordeweekse dag. Echter niet voor iedereen. Op deze 15e Augustus kwamen meer dan 400 mensen samen bij het Indië-monument in de Bernard de Wildestraat in Breda om stil te staan bij alle mannen, vrouwen en kinderen, die gestorven zijn ten gevolge van de Japanse bezetting en de Bersiapperiode, zoals beschreven op de plaquette bij het monument.
Vele bezoekers, die dit op één of andere manier aan den lijve hadden ondervonden, werden vergezeld door hun kinderen of kleinkinderen. Ook waren er veel mensen aanwezig, die hun betrokkenheid wilden tonen. Ruim voor dat de herdenkingsceremonie begon, verzamelden zij zich al in het grand café van Woonzorgcentrum Raffy en groeide het saamhorigheidsgevoel om samen stil te willen staan bij 15 Augustus.
Tegen 14.00 uur namen de bezoekers onder de muzikale klanken van het Raffykoor hun plaatsen in de tent in. De 400 opgestelde stoelen waren ook dit jaar weer allemaal bezet. Maar niet alleen in de tent was het vol; ook in de mediatheek en in het grand café zaten de mensen rijen dik met het gezicht naar het monument en de vlaggen gekeerd, die halfstok hingen.
Klokslag 14.00 uur startte Walter Kessels de herdenkingsceremonie met een welkomstwoord en gaf hij een toelichting op het thema ‘Zij waren toen nog zo jong’.
De toon was gezet en ieder luisterde aandachtig naar de verschillende toespraken, die allemaal inspeelden op het thema.
Ook dit jaar was de Burgemeester van Breda, de heer van der Velden aanwezig, wat door Stichting Arjati zeer op prijs wordt gesteld. Het feit dat de burgemeester in zijn toespraak waardering uitsprak voor Arjati en Raffy om ieder jaar de organisatie van de herdenking voor hun rekening te nemen, werd voor de vele bezoekers gezien als een vorm van erkenning voor deze herdenkingsdag en voor Arjati en Raffy een stimulans om de herdenking blijvend te organiseren.
Dames en Heren,
Vandaag staan we samen stil bij een hoofdstuk uit de Nederlandse geschiedenis dat lang onderbelicht is gebleven. Een zwarte bladzijde waar niet veel over gesproken wordt. Het herdenken van de Tweede Wereldoorlog blijft belangrijk. En ook de strijd in de Oost mag daarbij niet vergeten worden. Zodat we nooit vergeten én zodat we er lering uit trekken voor de toekomst. Want dat is een belangrijk onderdeel van herdenken. Zorgen dat we niet dezelfde fouten maken. En daar zijn we samen verantwoordelijk voor. Officieel markeert 15 augustus 1945 het einde van de Tweede Wereldoorlog met de capitulatie van Japan. Maar voor Nederlands Indië begon toen een ellendige periode. Juist door deze herdenking, hier in de tuin van Raffy, blijft het verhaal van de oorlog in de Oost maar ook van de jaren van de Bersiapperiode leven.
Vorige week zaterdag las u misschien net als ik, het tragische artikel met de kop ‘Vergeten door het vaderland’ in BN de Stem. Het verhaal van Ferdinand Jenkins en de 3 zusjes Kalshoven ging door merg en been. Wat zij als jonge kinderen meemaakten na de periode van de Japanse bezetting is onbeschrijflijk. Dat ze vervolgens nergens een luisterend oor kregen en aan hun lot over werden gelaten is niet te bevatten. De emoties en de tragiek zijn nog steeds tastbaar. Dames en heren, het gaat niet over een verhaal van eeuwen geleden. Het gaat om mensen van vlees en bloed die nog steeds dagelijks dit leed met zich meedragen. Ik bedank de stichting Arjati en woonzorgcentrum Raffy voor de inzet die u ieder jaar toont om deze herdenking mogelijk te maken. Dit jaar koos u voor het thema ‘Zij waren toen nog zo jong’. Dat verwijst naar de leefwereld van kinderen in een oorlog. Het verdriet en het onrecht dat kinderen wordt aangedaan en hoe dat een jong mensenleven beïnvloedt. Ik hoef u niet te vertellen hoe belangrijk het is dat een kind in veiligheid opgroeit en met liefde wordt omringd. U hoeft maar het avondjournaal te bekijken om te beseffen dat dit helaas niet voor alle kinderen op de wereld het geval is.
Herdenkingen houden onszelf en onze kinderen alert. We moeten ons bewust blijven van het feit dat vrijheid en gelijkheid geen vanzelfsprekende begrippen zijn. Dat we deze waarden nooit vanzelfsprekend moeten achten, maar ze moeten koesteren en ze zelf, op straat, íedere dag, na moeten leven. Met begrip, geduld en respect komen we zó véél verder. Ik sluit graag af met een mooi gedicht. Dit gedicht werd op 4 mei in Breda in het park Valkenberg voorgelezen door Kim Oomen. Kim was eindexamenleerling van het Onze Lieve Vrouwe Lyceum in Breda en heeft met dit gedicht meegedaan aan de wedstrijd van het landelijke Comité 4 en 5 mei. Ze laat horen wat de oorlog kan betekenen voor kinderen. Het heeft veel indruk op mij gemaakt en daarom deel ik het vandaag ook graag met u. We horen verdriet, niet alleen vanwege het geweld van volwassenen waarin een kind wordt meegesleurd, maar ook verdriet omdat troost ontbreekt. Maar ‘Verloren’ gaat ook over hoop en over toekomst, luister maar:
Verloren
Daar ligt het, op straat
Vies van het zand, nat van de regen
Daar ligt het, op straat
Op straat
Helemaal alleen, in de haast verloren
Een kind dat het zocht, maar niet kon vinden
Terwijl het zo hard nodig is
Daar zo ver weg
Daar lag het, op straat
Gevonden, meegenomen
Daar lag het, op straat
Een meisje haar pop
Weer bij een meisje, die het zo hard nodig heeft
Een meisje met een pop.
Aansluitend volgde Désiré van Santvoort, die een compilatie van drie verhalen van huidige volwassenen, die de oorlog als kind in Indië hadden meegemaakt, voordroeg. Dit verhaal van de 1e generatie werd op zo’n treffende manier door Désiré, een kleinkind van deze 1e generatie, neergezet, dat de harde werkelijkheid van toen, voor vele aanwezigen in één keer wel heel dicht bij kwam.
Als je nog klein bent
Als je nog klein bent
en er is ineens oorlog
besef je dat niet meteen.
Alles verandert langzaam,
Eerst het afscheid van je papa,
dan gaat mama van alles inpakken .
Je krijgt een rugzakje,
daar komen jouw spulletjes in.
Niet alles mag mee,
alleen dat wat je dragen kan.
Dan komt de dag dat je weg moet
je weet niet waar heen
mama weet het ook niet.
Ze komen ons halen met een vrachtwagen
er staan nog meer vrouwen en kinderen op.
Ze brengen ons naar een kamp met gedek en prikkeldraad er om heen.
We moeten met heel veel mensen in één kamer slapen,
je begrijpt er niets van.
Daar klinkt een bel,
het betekent dat je op appèl moet.
Je staat allemaal in rijen
Je moet stil staan en diep buigen.
De Jap telt……en telt….. en telt.
Het is heet…..heel heet…….
Eindelijk is hij klaar met tellen en mogen we gaan.
Er wordt omgeroepen dat we eten moeten halen.
We staan in de rij met ons pannetje.
De rij is lang.
Iedereen heeft honger.
Maar je krijgt bijna niets.
Meestal een beetje blubbertjes pap,
en soms ,….. als je geluk hebt , rijst met een beetje groenten.
En dan moet je opeens op transport
Mijn rugzakje gaat weer mee
Er zit niet meer zoveel in als eerst
We gaan op een vrachtwagen,
daarna in een trein.
Er wordt geduwd ,….geslagen……en geschreeuwd.
Het is warm in de trein ,
en vol….
we zien niets.
De ramen zijn dicht gemaakt
en er komt haast geen frisse lucht binnen.
De reis duurt erg lang ……..
De trein stopt een paar keer….. maar we zijn er nog niet
Dan mogen we eindelijk uitstappen,
We weten niet waar we zijn.
Het is donker…. We moeten lopen….
Maar we zijn moe…. en hebben honger……
De Jappen schreeuwen en duwen
tot we in een ander kamp komen.
Ditmaal geen huizen, maar barakken……..
Veel kindjes zijn ziek….ze hebben diaree
De wc’s zijn vies en het stinkt
Er gaan vaak kindjes dood.
Maar ook grote mensen,
Iedereen is verzwakt.
Buiten de kampen is het ook eng.
Daar gaan de mensen samen wonen
om elkaar te helpen en te beschermen.
De mannen zijn weg .
Er zijn geen inkomsten meer.
De vrouwen verkopen hun sieraden en huisraad aan de Chinezen.
De meisjes worden zoveel mogelijk binnen gehouden,
terwijl de moeders , maar soms ook de jongens ,
inkopen doen op de markt.
Thuis wordt angstig gewacht tot ze weer veilig terug zijn.
De bedienden zijn er niet meer.
Maar soms staat er op de achtergalerij een boenkoesan eten.
Vaak moeten de mensen vluchten naar een andere buurt.
Of erger nog…….naar een andere plaats.
Iedereen is bang.
Na al die jaren, is de oorlog op eens voorbij ,
opluchting bij de grote mensen.
Dan komt de domper.
Je mag het kamp niet uit,
het is gevaarlijk.
De Indonesiërs zijn tegen ons in opstand gekomen
en nu moeten de Jappen ons beschermen.
Er is onrust……
Er breken gevechten uit……
Enkele kampen worden beschoten.
Er wordt gemoord en geplunderd.
En veel mensen worden gevangen genomen…….
….. nu door de Indonesiërs.
“ En dan …………..na alle ellende
staat daar in eens die vreemde man “.
Dát is jouw papa. !
Na alles wat we door gemaakt hebben ……
komen we eindelijk in Nederland aan.
……..Het aanpassen is moeilijk.
Maar we leren snel.
De verloren jaren kunnen we niet inhalen.
En over de oorlog in Indië wordt niet meer gesproken.
Het lied ‘Als ze als kind’ dat werd gezongen door Lynsey met gitaar begeleiding van haar vader Rob Carli, gaf de aanwezigen even de ruimte om hun gevoelens de vrije loop te laten.
De toespraak van Charlene Vodegel was zeer persoonlijk. Zonder enige schroom nam zij ons mee in het verhaal van haar opa, die in de Javazee was overleden en haar vader die als wees opgroeide. Ondanks deze tragische gebeurtenis is haar vader een krachtige, sterke en lieve man geworden. Een voorbeeld van positiviteit, die hij zijn kinderen heeft meegegeven.
‘Zij waren toen nog zo jong’ Een gewone Indische Nederlandse militie matroos die in dienst was van de Koninklijke marine. Mijn opa Henry Victor Vodegel deed zijn zware plicht en is helaas alleen een onderdeel geworden van een historische gebeurtenis: De Slag in de Javazee. Mijn opa was één van de 1000 slachtoffers die is omgekomen. Dit blijft een verhaal in onze familiegeschiedenis.
Jaren van opleiding en oefening moesten gaan resulteren in een gerichte aanval tegen de Japanners in 1941/1942. Nederland moest zorgen dat de Japanners werden gestopt. Stel je voor, dat mijn opa na deze aanval in Surabaya terugkwam als de man die een mooi succes had geboekt. Wie wilde dat niet? Het land verwachtte dat zij op dat moment hun plicht deden.
De gebeurtenis. De Slag in de Javazee vormde het sluitstuk van drie maanden maritieme actie waarbij, op vier Amerikaanse torpedobootjagertjes na, alle schepen ten onder gingen. De slag kwam hard neer op Nederlands-Indië en op Nederland. Op 27 februari 1942, om 23.45 uur werden de kruisers De Ruyter en Java getorpedeerd en brak het imperium. Duizenden Nederlandse en Indische mannen waaronder mijn opa hebben zich doodgevochten in een strijd tegen overmacht. Ter nagedachtenis heeft de Ministerie van Marine een oorkonde uitgegeven met de gegevens van mijn opa. (de oorkonde laten zien)
Iedereen die vocht voor de Nederlandse regering had een held kunnen worden als ze deze slag hadden overleefd. Maar uiteindelijk een held voor wie? Voor de koningin en zijn vaderland misschien? Maar mijn eigen vader heeft mijn opa nooit als held kunnen voelen en leren kennen. Held door een vader te zijn voor je kind, die opkomt voor de belangen van je kinderen. Nee, mijn vader heeft dat helaas nooit kunnen ervaren wat de betekenis is van een vader in het leven van een kind.
Als 3-jarige peuter werd hij aan zijn lot overgelaten samen met zijn broer en moeder. En een paar jaar later je moeder verliezen, dat is eigenlijk het ergste wat een kind kan meemaken. Ouderloos, machteloos, geplaatst worden in een weeshuis en niet wetende hoe je toekomst eruit gaat zien. Maar toch is mijn vader als Indische Nederlander uiteindelijk naar het Vaderland gegaan om verder te gaan aan een nieuwe toekomst.
In 2006 was ik aanwezig bij een plechtigheid omtrent een uitbreiding van het Karel Doormanmonument op het ereveld Kembang Kuning in Surabaya. De Oorlogsgravenstichting had het initiatief genomen om na 64 jaar het Karel Doormanmonument compleet te maken met bronzen platen met daarop de namen van alle oorlogsslachtoffers van de Slag in de Javazee. Mijn opa’s naam staat daar tussen. Dit geschiedenisverhaal wordt monumentaal in ere gehouden in Surabaya. De officiële ceremonie vond precies in mijn tweede week plaats toen ik voor studie in Surabaya zat. Het kan toeval zijn of niet, maar ik stelde mezelf de vraag: ‘Waarom vond deze officiële plechtigheid pas plaats na 64 jaar op het moment dat ik in Surabaya was?’ Het voelde voor mij als een soort van bescherming van een opa die ik nooit heb gekend, dit gevoel is lastig te verwoorden.”
Mijn vader is 72 jaar geworden, en is 2 jaar geleden overleden. Als ik en mijn broertje terugkijken naar onze vader hoe ver hij het geschopt heeft in zijn leven. Hoe hij het vaderschap goed heeft kunnen doen. Iemand die voor je zorgt, die er altijd voor je is. Wij zijn trots op hoe onze vader ondanks zijn jeugdgeschiedenis zich staande heeft kunnen houden.
Net als misschien vele andere Indische vaders, is mijn vader ook nooit echt een prater geweest over wat voor invloed zijn jeugd heeft gehad op hem. Stil, teruggetrokken maar toch heel sterk in hoe hij zijn kinderen heeft opgevoed. Dus ja als ik denk aan het thema: Zij waren toen nog zo jong. Ja mijn vader was inderdaad jong om zijn vader te verliezen in de oorlog maar hij heeft nu kinderen achtergelaten die hij een sterke opvoeding heeft gegeven samen met mijn moeder.
Zij waren toen nog zo jong om te sterven, maar ik voel mij ook nog zo jong om een vader te verliezen. Dus wat betekent nog jong in een mensenleven?
Ik wil graag afsluiten met enkele coupletten van het lied “Laatste groet” die door tante Lien, Wieteke van Dort is gezongen.
De zon, in het Oosten gerezen
daalt in het Westen neer
Er valt geen scheiding te vrezen
De zon keert altijd weerWij willen dit warme herdenken
Uit veler vrienden naam
Als een groet aan allen schenken
Die ons zijn voorgegaan.
Met deze persoonlijke toespraak vertegenwoordigde Charlene de jongerenorganisatie Indisch 3.0 namens wie zij ook een bloemstuk legde.
In de toespraken van kolonel De Vos en van de heer Hilgersom, directeur van KBS Kievitsloop, werd het belang van een veilige omgeving voor kinderen waar ter wereld onderstreept. Met het adopteren van het Indië-monument door KBS Kievitsloop willen zij laten zien, dat zij daadwerkelijk willen bijdragen aan het borgen van een stuk geschiedenis, dat niet vergeten mag worden. Een geschiedenis die nooit herhaald mag worden. Het lied ‘geef de kinderen de wereld’ wat door het Raffykoor met het gelegenheidstrio Carli en kinderen van KBS Kievitsloop gezongen werd, zette extra kracht bij hun toespraken.
Na de toespraken volgde de ceremonie protocollaire die door de aanwezigheid van cadetten van de KMA en een klein gezelschap veteranen extra cachet kreeg. De één minuut stilte en het hijsen van de vlag, waarna het Wilhelmus door velen werd meegezongen, blijft iedere keer weer een kippenvel moment.
Met de toespraak van de heer Leijnse, voorzitter van de Raad van Toezicht van Raffy, werd de herdenkingsceremonie beëindigd en kon er worden overgegaan op het leggen van bloemstukken op afroep. Een 18-tal bloemstukken werden door koppels van cadetten en kinderen aangedragen en overhandigd aan de verschillende organisaties.
Nadat op gepaste wijze de bloemstukken bij het monument waren neergelegd, werd de herdenkingsceremonie officieel afgesloten door het zingen van We’ll meet again door het Raffykoor. Het defilé kon beginnen en vele losse bloemen en boeketten werden als eerbetoon bij het monument gelegd.
Na de herdenkingsceremonie vond het ontmoeten plaats en werden herinneringen en emoties gedeeld. De tentoonstellingsruimte van Will van de Corput en de documentatietafel van Ankie Cordier de Croust werden druk bezocht en met kinderen van KBS Kievitsloop werd gesproken over de adoptie van het Indië-monument en de activiteiten die zij reeds ondernomen hadden.
De dag werd uiteindelijk afgesloten met een warme Indische maaltijd, voor diegenen die zich daarvoor hadden opgegeven. Stichting Arjati kijkt terug op een mooie herdenkingsdag. Ze is trots op de inzet van de cadetten van de KMA, de kinderen van KBS Kievitsloop en de vele vrijwilligers van zowel Arjati als Raffy.