Indie Herdenking Breda 2010

Toespraken

Van verschillende kanten hebben we het verzoek gekregen om de toespraken op onze website te plaatsen. Wij geven hier graag gehoor aan. De plaatsing van de toespraken is in dezelfde volgorde van het programma van de herdenking.

 

Mevrouw Meelhuysen

Op mijn 14e jaar veranderde mijn leven. Mijn leven speelde zich vanaf dat moment af in een kampement. Posters met ‘Nippon property’ werd er op de huizen geplakt.

Op een zondag wilden Mams, Bob, Piet en ik de Heilige Mis bijwonen. We waren net de wacht gepasseerd.  Mams en mijn broertjes hadden keurig gebogen, ik helaas niet. Achter ons hoorden we een vreselijk getier. ‘Tegen welke arme stakker zou hij het hebben’ vroeg ik aan mijn moeder. We keken om en tot onze schrik kwam hij op ons af.  We stonden stokstijf van angst voor wat komen zou. Hij bleef voor me staan en er sprak een enorme haat uit zijn ogen.

Terwijl hij me aan bleef kijken, schoof hij langzaam zijn bajonet omhoog. Daarna volgde er een flinke klap tegen mijn hoofd. Ik was koud van angst, niet voor de klap, maar voor het glimmende, dreigende metaal voor mijn neus. ‘Tien, niet terugslaan’ riep mijn dappere moeder. Had ze maar niks gezegd, want nu keerde hij zich tegen haar. Ook zij kreeg nu een dreun. Ze wankelde en viel bijna. De straat was uitgestorven en de Chinese zaken hadden nu hun winkels met verticale planken afgesloten. We voelden ons machteloos. Van het kerkbezoek kwam niets. We moesten rechtsomkeer maken en kwamen thuis, ziek van ellende.

Echter we waren nog niet van de ellende verlost. ’s Middags zaten we nog na te bibberen, toen we diezelfde wacht voor ons huis zagen ijsberen. Hij brulde ons wat toe en we begrepen dat we naar hem toe moesten komen. Keurig buigend deden we dat ook. Hij gebaarde ons in ganzenformatie voor hem uit te lopen. Mijn broertjes voorop, dan Mams en ik achteraan voor de Jap met zijn bajonet. Ik was immers de boosdoener. Bij de poort van de kazerne werden we naast elkaar geposteerd. We moesten daar een flink deel van de middag blijven staan en buigen voor alle binnenkomende en uitgaande soldaten. Mijn broertjes werden nu ook bang en huilden. Wanneer mochten we terug naar huis, naar  Engelien en de kleintjes?

Na de capitulatie van Japan dacht mijn moeder dat het vrede werd en vertelde ons kinderen dat het vrede werd en we nooit meer narigheid zouden krijgen. De werkelijkheid was anders!

Plotseling klonk het geluid van afgevuurde projectielen. Ik aarzelde met naar boven gaan, ik had geen gong gehoord. Dus zouden het waarschijnlijk de Engelsen zijn. Twee Gurkha’s keken me lachend aan en beduidden me dat ik snel naar binnen moest gaan om onder de matrassen dekking te zoeken. Ik volgde hun bevelen op en nauwelijks was ik bij de celdeur die door een van de Gurkha’s werd opengehouden of er klonk een doordringend gefluit gevolgd door een knal.

‘Gauw Tien, gauw kom hieronder’ gilde mijn moeder die al met de kleintjes onder het matras lag. Na de knal volgde er een doodse stilte. We wisten zeker dat het projectiel ergens heel dichtbij was ingeslagen. Vanonder de matras klonk de stem van mijn zusje:”Mams, wanneer is de vrede toch afgelopen?”

Deze toespraak bestaat uit  fragmenten van het verhaal, waarin mevrouw Meelhuysen  haar ervaringen in de Tweede Wereldoorlog en de Bersiapperiode beschrijft.

 

Wethouder Meeuwis

Herdenken doe je samen.

Dat is dit jaar het thema van deze herdenking. 65 jaar geleden kwam een einde aan de Tweede Wereldoorlog en het is inderdaad heel goed om dat samen te herdenken. En daarover ná te denken.

 Ik was getroffen door de woorden van mevrouw Meelhuysen. U heeft aan den lijve ondervonden wat oorlog betekent, maar ook dat vrede in Nederlands-Indië toen na die 15e augustus 1945 helemaal geen vrede betekende.

U verwoordde dat prachtig met de woorden van uw zusje: ‘Mams, wanneer is de vrede toch afgelopen?’ Want dat was natuurlijk dramatisch. Na de onderdrukking door de Japanner dacht u allemaal dat het voorbij was. Dat 15 augustus het einde was van een wrede tijd, en dat u heel voorzichtig en stapje voor stapje het gewone leven weer op kon gaan pakken. Hoe anders liep het…..

Het thema van vandaag is dan ook wéér heel goed gekozen. Herdenken doe je samen. Want herdenken betekent namelijk ook dat het verhaal verteld blijft worden. Dat dingen worden doorgegeven. En dat de geschiedenis niet vergeten wordt. Juist door deze herdenking, hier in de tuin van Raffy, blijft het verhaal van de oorlog in de Oost maar ook van de jaren van de Bersiapperiode leven. Want dat mag niet vergeten worden. 

Zelf heb ik de oorlog niet meegemaakt. Sterker nog, mijn moeder is van 1942 en heeft dus ook geen oorlogsherinneringen. Ook daarom is het goed om samen te herdenken. Om te horen wat u heeft meegemaakt en dus kennis te krijgen over een heel zwarte periode in onze geschiedenis. Een periode die je aan de ene kant het liefst zou vergeten, zou willen uitwissen, want het was verschrikkelijk. Maar juist daarom móét het verteld blijven worden. Om niet te vergeten……

Want de generaties die zijn opgegroeid ná de Tweede Wereldoorlog moeten zich blijven realiseren dat oorlog iets verschrikkelijks is. Dat ongebreidelde macht iets doet met mensen. Dat zag je in Europa, maar dat zag je net zo goed in het Verre Oosten. Of het nu ging om de Duitse bezetter of de Japanner, beiden voerden op een vreselijke manier een oneerlijke oorlog. En in Indonesië ging dat na het officiële einde van de Oorlog eigenlijk gewoon door. De partijen wisselden rond de 15e augustus 1945, maar de strijd bleef net zo ongelijk en net zo oneerlijk. Elk jaar ontvallen ons mensen die daar ooggetuige van zijn geweest. De getuigenverslagen worden dus minder. Maar het verhaal móet verteld blijven worden.

Dat verhaal over macht en ongelijkheid, en over het verschrikkelijke van oorlog. En over de wreedheden waartoe mensen in staat zijn als die machtsbalans wordt verstoord. Daarom is het goed dat de stichting Arjati hier jaarlijks een moment van herdenking en bezinning organiseert. Zodat de 1e generatie het verhaal kan vertellen, maar ook in veiligheid en samen met de mensen die u lief zijn kunt terugdenken aan een periode waarvan je wenst dat je hem nooit had meegemaakt. Een oorlog en de Bersiapperiode. 

Maar ook dat de 2e, 3e en 4e generatie het verhaal horen en het stokje over kunnen nemen. Zodat wij, want daar reken ik mijzelf ook bij, ons het verhaal eigen maken en de strijd tegen oorlog en onderdrukking over kunnen nemen. Wij, de generatie van na de Oorlog, mogen ons gelukkig prijzen dat we in vrede en vrijheid zijn opgegroeid. Maar het blijft goed dat we ons realiseren dat onze ouders of grootouders wel een oorlog hebben meegemaakt. Dat geeft ons de taak, sterker nog, de plicht om de strijd tegen oorlog te blijven voeren. Om de discussie over machtsmisbruik te blijven voeren. Én om heel blij te zijn met een vrij en democratisch Nederland waar voor iedereen een plaats is.

Dames en heren, Herdenken doen we samen. Weliswaar met heel verschillende achtergronden en uiteenlopende geschiedenissen. Maar we doen het samen. Ik hoop dat dat tot in lengte van jaren door mag gaan. Ik dank u wel.

 

Ernst Breuer

Vandaag zijn er veel mensen bij elkaar gekomen, met allemaal hetzelfde doel. Herdenken!

Maar herdenken is vaak een leeg woord, een verplichting. Maar niet voor u, hier allemaal aanwezig. Vandaag heeft het een grote betekenis. En dat blijkt wel, omdat er zoveel mensen zijn gekomen.

Maar het zou zo jammer zijn als die betekenis alleen maar vandaag groot is! Moet niet elke dag herdacht worden, al die kinderen, al die mannen en al die vrouwen, die gestorven zijn, en waarvan wij de namen in ons hart dragen? Zouden we niet elke dag hun namen moeten noemen om hen zo te herdenken?Nu na zoveel jaren, zijn er steeds minder overlevenden die ons erover kunnen vertellen, soms ook niet willen vertellen.

Vandaag ben ik hier met mijn vrouw en mijn  moeder, en daar ben ik trots op. Vandaag kan ik mijn respect aan mijn moeder tonen, zij is een van de overlevenden van de Jappenkampen en de Bersiaptijd. Je bord leegeten voor je van tafel mocht, nooit rijst weggooien, opkomen voor elkaar, samen delen, dingen die als van vanzelfsprekend uit mijn moeders mond kwamen. Toen begreep ik dat niet, nu des te beter, nu ze beetje bij beetje aan het vertellen gaat.

En waarom? Simpel, omdat ik erom vraag, omdat ik het wil weten, omdat mijn moeder er nu klaar voor is. Al die jaren is het verstopt geweest, daar praat je niet over, wat had een ander daar nu aan. Ja, velen verzwegen hun ellende, hun gevoel van menszijn kwijtgeraakt. Maar op een dag als vandaag, zijn we ook bij elkaar gekomen om herkenning. Om de mensen te ontmoeten die hetzelfde hebben meegemaakt. Met wie u kunt praten en herinneringen op kunt halen, goede en minder goede. Mensen die u begrijpen, soms zelfs zonder woorden. Maar ook dat u kunt vertellen aan wie u er simpelweg om vraagt:”Wat heeft u meegemaakt ?” Want ook dat moeten we niet vergeten, dat we samen gedenken, jong en oud.

Vandaag mag dit niet ophouden, we moeten samen herdenken, samen gedenken en samen erkennen en dat moet voor de toekomst zo blijven. Daarom is het nu vooral aan de jongeren om te leren, om te ervaren, om te onthouden en vooral ook om door te vertellen, over onze geschiedenis. Zo houden wij levend, waar onze voorouders, opa’s en oma’s, vaders en moeders heel veel voor hebben opgegeven, soms zelfs hun leven.

Nederlands – Indië is niet meer, maar diep in uw harten heeft u het een warme plek gegeven. Laten we daarom deze plek, bij dit monument, als symbool van onze verbondenheid, samen delen, om zo het verleden en het heden met elkaar te verbinden. 

Terima Kasih !

 

Priscilla Bosman 

Priscilla draagt een gedicht voor dat is geschreven door mevrouw Inge Dümpel

Vrijheid

 Is dat vrijheid?

Wanneer je gewoon over straat mag lopen

En niet meer weg hoeft te duiken

Als de sirene loeit

Omdat vliegtuigen hun exploderende lading

Rondstrooien over sawahs

En huizen ….    En mensen

 

Voor die vrijheid

Moest  je buigen voor de Jap

 Voor die vrijheid

Moest je het Bersiapkamp in

Tot je vader was gevonden

Of  je man, of je broer

En je  – eindelijk –

Met je laatste bezittingen

Weg mocht, uit dat kamp

De vrijheid tegemoet ….

 

Is vrijheid een illusie?

Er werd nog steeds geschoten

Moeders beschermden hun kinderen

Met hun eigen lichaam

Een oerinstinct

“Laat mijn kind ooit leven  in vrijheid”

 Zoveel doden zijn er toen gevallen

Zoveel bloed vloeide

En kleurde de kali Brantas en

De Ciliwung

Bloed-rood

En zoveel andere plaatsen

Die nooit zijn genoemd.

 Is vrijheid dan zo duur?

 Ja, ruisten de padihalmen

Ja, galmden de prachtige bergen

 

Nog eenmaal werd alles ingepakt

Brieven, foto’s en herinneringen

Aan dierbare plekjes

En levenden ….  En doden …..

 Om, gevangen in heimwee

In vrijheid te leven

In dat verre Nederland

 

Om nu op deze plek te staan

En te kunnen rouwen

Om hen

Die daar hun leven lieten

En om hen die bleven leven

Maar hun ziel verloren

Voor onze vrijheid.

Stichting Arjati

Jan Willemenstraat 9

5103 AD Dongen

info@arjati.nl

Indisch Museum

Joseph Poelaertsstraat 1

4827 EL Breda

indischmuseum@arjati.nl

Volg ons op onze socials

Design en beheer: Banse Project Management