Indie Herdenking druk bezocht
Rankaian Melati. Dat is het lied waarmee het Raffykoor start en de bezoekers laat weten dat de herdenking bijna gaat beginnen. De Melati, de Indische jasmijn, uitgeroepen tot het
herdenkingssymbool op 15 Augustus 2015. De Raffy koorleden en vrijwilligers van Arjati dragen met trots de Melati. Als teken van respect, betrokkenheid en medeleven.
Inmiddels is het vol in de tent. Alle stoelen zijn bezet en er worden nog gauw wat stoelen achter in de tent bij gezet, zodat iedereen kan zitten. Meer kan echt niet, omdat anders de doorgang versperd wordt, die voor noodgevallen open moet blijven. Gelukkig heeft Ruud Mosies tv schermen ter beschikking gesteld, die in de tent opgesteld staan, zodat ook de mensen achter in de tent goed kunnen zien wat er voor allemaal gebeurt. Ook in het grand café en in de mediatheek zijn de stoelen bezet en ook in het grand café kan de herdenking op het scherm gevolgd worden.
Snel gerekend kunnen we spreken van een opkomst van wel minstens 450 mensen. Allemaal gekomen om met elkaar 15 Augustus 1945 te herdenken. De datum dat Japan capituleerde en in Nederlands Indië alles anders werd; inmiddels alweer 70 jaar geleden.
Dan stopt het koor met zingen en klinken de slagen van de klok, die vroeger toebehoorde aan de Kruiskerk en nu een plek heeft gekregen in de tuin van Raffy. De stilte neemt toe en is bijna voelbaar. En als Walter Kessels klokslag 14.00 uur de aanwezigen welkom heet, heeft hij meteen de volle aandacht. Hij refereert naar 3 in de oorlog omgekomen familieleden, die bij elkaar opgeteld nog geen 70 jaar geworden zijn. Een leeftijd die hij zelf binnenkort hoopt te bereiken. Hiermee is de toon gezet.
De eerste toespraak van de heer Will van de Corput schetst een beeld van wat gebeurde voor en na 15 augustus 1945.
De capitulatie van Japan,
vandaag is dat precies 70 jaar geleden.
Dat feit ligt weer lang achter ons …
maar ook nog steeds héél dichtbij …
als een markant punt van onze Indië-geschiedenis.
De tijd gaat snel.
70 jaar; een mensenleven!
Zo luidt vandaag het thema van onze 15 augustus herdenking.
Maar, lieve mensen …
wat gebeurde er eigenlijk vóór en kort ná 15 Augustus 1945
met het leven van mensen
ja, …
met het leven van vrouwen, mannen en kinderen
dáár, in Zuid-Oost Azië, in die vele verschrikkelijke Jappen- en Bersiapkampen?
Ons samenzijn hier bij ons Indië-monument op deze jubileum-herdenkingsdag
versterkt zeer zeker ons aller gevoel van dankbaarheid.
Dankbaarheid.
Nooit zullen er voldoende woorden zijn om onze dankbaarheid te uiten
jegens al diegenen die zich tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog
actief hebben ingezet voor de verdediging, bevrijding
en later ook voor de bescherming van allen,
die in verschillenden Jappen-en Bersiapkampen hebben doorgebracht.
Zij hebben daarbij hún leven voor die kampbewoners gewaagd
en vaak ook hún leven voor hen gegeven.
Wij denken hierbij aan hen die bij verschillende zeeslagen zijn omgekomen
en aan de piloten die opstegen en geprobeerd hebben de vijand terug te dringen.
Wij noemen hier ook de vernietigingsploegen
die hebben gezorgd dat belangrijke oliebronnen
niet in handen van de Japanners terecht zijn gekomen.
Terugkijkend, na 70 jaar, is het haast onvoorstelbaar
hoe wreed de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog met mensen zijn omgegaan…
hoe complete gezinnen uit elkaar werden getrokken.
We hebben diepe respect voor de vrouwen
die met inzet van al hun krachten hebben geprobeerd
de kinderen tegen de Jap te beschermen,
De allerkleinsten konden het eigenlijk niet begrijpen
waarom hun papa’s niet bij hen waren
en waarom zij nauwelijks te eten kregen?
Zij hadden toch ook honger
en waarom moesten zij net als hun moeders in tuintjes werken
en keer op keer voor de Jap diep buigen?
Zo maar een paar kindervragen.
De vrouwen stonden er alleen voor.
Immers, hun mannen waren toen al door de Japanners weggevoerd
om samen met romusha’s onder dwang te werken
aan spoorlijnen, vliegvelden, scheepsbouw en andere
voor de Japanners belangrijke projecten.
Velen hebben de zware onmenselijke arbeid
niet overleefd en velen zijn als vermist opgegeven.
Zij allen kwamen niet terug.
Als de graven op de vele Erevelden zouden kunnen spreken
dan zouden ze ons veel kunnen vertellen over wat er ruim 70 jaar geleden
allemaal heeft plaatsgevonden
Maar.. de graven spreken niet
zij zijn slechts stille getuigen.
Wij denken ook aan de jongens van 10 jaar en ouder
die bij de moeders werden weggehaald en
naar aparte jongens of mannenkampen werden weggevoerd
om voor de Jap te werken.
Heimwee en honger knaagden aan deze jongens.
Zij misten hun moeders en andere familieleden heel erg.
In het klooster-jongenskamp Bangkong in Semarang
werden de huilende jochies door de zusters in bescherming genomen en
werden zij voor hun angsten en verdriet getroost.
Zij waren toen nog zo jong!
Buiten de kampen werd men in veel gevallen door de Indonesiërs bedreigd en
men vreesde het barbaars optreden van de Japanners.
De kinderen, groot en klein,
moesten de moeders steunen en in bescherming nemen.
Zij kregen een taak en verantwoordelijkheid
waar ze eigenlijk te jong voor waren.
Zo namen zij onder moeilijke omstandigheden vaak de vaderrol over
om te helpen de kost te verdienen.
Zoals u ongetwijfeld zult weten kwam op 17 Augustus 1945
een deel van de Nederlandse bevolking terecht in een andere oorlog….
de roerige en angstige Bersiapperiode …
vol gruweldaden en vele doden.
Terwijl de gruweldaden zich dagelijks voltrokken werden de zaken door
Japanners en door veel te laat gekomen Britse troepen waargenomen.
Duizenden ex-krijgsgevangenen van het KNIL uitgemergeld en net nog in leven
werden toen eenmaal wat aangesterkt tegen het gepeupel ingezet.
Het was een onbegonnen onderneming.
Versterking uit Nederland was dringend nodig.
Op volle omgebouwde passagiersschepen
werden oorlogsvrijwilligers en dienstplichtigen met een plunjezak vol spullen
en met een tropisch zakboekje in de hand naar Nederlands-Indië overgebracht.
Daar moesten zij et pas op de been gebrachte ex-krijgsgevangenen van het KNIL
de bevrijding, orde en rust brengen,
eigenlijk … om onze kolonie te heroveren.
Maar … hoe in hemelsnaam?
Na achterlating van gesneuvelde strijdmakkers
kwamen zij na een aantal jaren weer terug in Nederland en dachten
een dikke streep te kunnen zetten onder hun Indië-periode.
Echter, de verwerking van alles wat zij in hun korte Indië-tijd hebben meegemaakt
begon pas bij het ouder worden …
maar Indië zit en blijft in hun hart!
Onze dankbaarheid gaat ook uit naar families, kennissen en particulieren in Holland
voor de opvang van vele repatrianten
die na de Tweede Wereldoorlog omwille van hun veiligheid gedwongen werden
Nederlands-Indië te verlaten.
Holland, in wederopbouw en voor velen een onbekend land,
probeerde aan onze landgenoten van overzee een ’thuis’ te geven.
Straks, lieve mensen,
neemt de één minuut stilte bezit van ons allen.
Eén minuut stilte per jaar …
zestig tikken van de klok.
Véél en véél te weinig om je goed te realiseren
wat een hoge waarde het leven in vrijheid eigenlijk heeft
ja, als iedereen ’vrij’ kan zijn!
Vandaag herdenken, gedenken en herinneren wij
vandaag kijken wij ook vooruit en geven wij onze verhalen door
eenieder … op zijn eigen manier
Ik dank u voor uw aandacht.
Daarop volgend spreekt loco burgemeester Bergkamp. Hij vervangt burgemeester Depla die verhinderd is.
Dames en heren,
Het is vandaag 15 augustus.
Vandaag, 70 jaar geleden, kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog met de capitulatie van Japan. Het einde van een oorlog, dat betekent leven in vrede en vrijheid, tenminste… dat zou je denken…
Ik denk dat er vandaag veel mensen aanwezig zijn die helaas ervaren hebben hoe dit in Nederlands Indië heel anders uitpakte. Er begon daar een verschrikkelijke periode. De angst en het geweld hielden aan en de vijand was vaak onduidelijk. Wie kon je nu nog vertrouwen? Waar moest je heen? Het was nog steeds nergens veilig… We herdenken vandaag de mannen, vrouwen en kinderen die gestorven zijn tengevolge van de Japanse bezetting en de Bersiapperiode in Nederlands Indië.
Het thema van deze herdenking luidt: “70 jaar: een mensenleven”. 70 jaar… dat klinkt aan de ene kant als heel lang geleden. Maar aan de andere kant hebben we het over gebeurtenissen en verschrikkingen die nog vers in het geheugen gegrift staan. Het is NOG MAAR 70 jaar geleden dat er, op papier, een einde kwam aan die vreselijk oorlog. Het is NOG MAAR 70 jaar geleden dat de samenleving in de Oost afgleed in geweld en barbaarse praktijken. Dat heeft mensen getekend voor het leven. Dat draag je voor altijd met je mee.
In dat kader moest ik denken aan het boek ‘Ik kom terug’ van Adriaan van Dis. Het werd dit jaar bekroond met de Libris Literatuurprijs. In dat boek komt een zoon na jaren van stilte erachter wat zijn moeder maakte tot wie ze was. Een gesloten vrouw bij wie je nooit dichtbij kon komen. Een moeder die geen affectie kon tonen, geen warmte en geen vertrouwen. Hij ontdekt dat de jaren in de Jappenkampen het leven van zijn moeder voor altijd overhoop hadden gegooid. Dat achter dat vaak harde en kille karakter een kwetsbaar mens zat dat op haar manier haar best deed. Dat ze op haar manier had leren te overleven.
Misschien herkent u dat… een ‘overlevingsmodus’… een manier zoeken om leed en trauma’s te verwerken en door te gaan. Simpelweg omdat het niet anders kan. Je moet door. Vandaag denken we aan al die mensen die slachtoffer werden van dit oorlogsgeweld en diegenen die het moesten bekopen met hun leven. We mogen niet vergeten welk offer zij brachten.
Door deze herdenking, hier in de tuin van Raffy, houden we het verhaal levend van de oorlog in de Oost maar ook van de jaren van de Bersiapperiode. Ik bedank de stichting Arjati en woonzorgcentrum Raffy voor de inzet die u ieder jaar toont om deze herdenking mogelijk te maken. Want dat we hier nu samen herdenken dat is waardevol. We houden onszelf alert. We herinneren onszelf nog eens aan de waardevolle begrippen als vrijheid, gelijkheid en democratie. Want het is niet vanzelfsprekend dat je zomaar kunt doen en laten wat je wilt, en zomaar kunt zeggen wat je wilt. Daar is hard voor gestreden…NOG MAAR 70 jaar geleden.
En dat is NOG MAAR een mensenleven terug in de tijd.
Ik dank u voor uw aandacht.
Terwijl het Raffykoor het lied Blowing in the wind zingt, krijgt eenieder even de tijd om de emoties te laten gaan. Om zich vervolgens weer te herpakken en te luisteren naar de volgende sprekers: Mevrouw Pattikawa-Lawalata en Margriet Holstvoogd.
70 jaar; met opgeheven hoofd de toekomst tegemoet. Hoe doe je dat een mensenleven lang? En ten koste van wat …….
Als vertrouwenspersoon heb ik veel contact met bewoners en cliënten van Raffy. En ik luister en hoor wat er gezegd en niet gezegd wordt, ik luister naar verhalen die keer op keer opnieuw verteld worden en iedere keer komt er een extra dimensie bij. En terwijl ik al deze verhalen bij me draag, gaat de herinnering naar mijn vader.
Mijn vader was een Molukse KNIL militair. Als legerpredikant, pendeta tentara maakte hij tijd om naar iedereen te luisteren als dit nodig was. Hij heeft mij meegegeven dat ik moest luisteren met een open geest. En dat ik mij moest kunnen verplaatsen in de ander. Want alleen dan voelt iemand die veiligheid en ontstaat er een vertrouwensband, die nodig is om zijn of haar verhaal te doen.
Ik herinner me het moment dat mijn vader ons, zijn kinderen het verhaal vertelde dat hij tezamen met andere Molukse KNIL militairen gevangen was genomen door de Nippon. Dit moment had mijn vader weloverwogen gekozen, omdat hij vond dat wij eraan toe moesten zijn om het verhaal te horen. Dit om te begrijpen wat hij ons met zijn verhaal duidelijk wilde maken.
Mijn vader vertelde ons over de vreselijke ontberingen, die hij in het jappenkamp heeft moeten doorstaan samen met zijn Molukse medegevangenen. Hoe zij vreselijke honger hebben geleden en hoe erg de mishandelingen waren, ‘maar’….. zei mijn vader, ‘ondanks al die verschrikkelijke ellende, ‘Hoop….. bleven wij houden’! Aan mijn medegevangenen, die mij gesmeekt hadden: ‘Pendeta, djangan lupa doa por katong’ (Dominee vergeet aub niet voor ons te bidden), heb ik de belofte gedaan samen met hen te zullen blijven bidden. Jazeker… dat ‘bidden’ dat gebeurde in die gevangeniscel elke dag….! Tikte ik op de cel-muur dan was dat het teken voor hun dat ik voorging in gebed.
‘Ja….’, zei mijn vader, ‘het gebed en het geloof maakten dat wij de hoop nooit en te nimmer hebben laten varen!’
Terwijl mijn vader het belangrijk vond om juist het verhaal te vertellen, bleven anderen zwijgen. Sommigen wilden hun kinderen niet lastig vallen met de vreselijke gebeurtenissen uit de oorlog en de Bersiapperiode. Anderen konden er niet over praten en bleven stil, omdat alleen al denken aan deze vreselijke periode verstikkend werkte. Met opgeheven hoofd de toekomst tegemoet, betekende voor hun vooral niet praten over wat was geweest. Pikul terus! Blijven dragen!
Maar nu, na 70 jaar komen de verhalen toch. Want met opgeheven hoofd de toekomst tegemoet hoeft niet meer. De naoorlogse generatie is volwassen geworden en hoeft niet meer beschermd te worden. De toenemende kwetsbaarheid geeft ruimte om los te laten en om te laten gaan. Ook al willen we dit soms niet, het gebeurt en gaat als vanzelf.
Laten we met elkaar dan zorgen voor een veilige omgeving, waarin we elkaar verhalen kunnen vertellen. Waar we tijd voor elkaar maken en waar we luisteren met aandacht en respect hebben voor ieders verhaal. Luisteren met een open geest.
Het gedicht ‘kracht’ dat Margriet voordraagt is een door haar zelf geschreven gedicht. Opgedragen aan haar overleden oma die in het Tjidengkamp gevangen heeft gezeten.
Kracht is je gegeven om te vechten,
om te leven.
Kracht is zo gezegd het wapen, waar je mee vecht.
Kracht is je drijfveer
elke strijd weer.
Kracht is in moeilijke tijden
de bron om aan te snijden.
Kracht heb je om door te gaan,
al voel je alle energie verdwijnen.
Kracht zal je hoop geven
en hoop doet leven.
Tot slot komt Stijn Wissel naar voren. Een jongen van 14 jaar die in vrede is opgegroeid. Hij laat horen waarom het doorgeven van verhalen zo belangrijk is.
Het is nu 15 augustus 2015
70 jaar geleden – 1945 eindigde de 2de wereldoorlog
De Duitsers en de Japanners hebben zich overgegeven
Mijn overgroot opa Wissel is dan al omgekomen toen een Engelse piloot. zijn bommen
moest laten vallen omdat hij achter na werd gezeten door een snel Duits vliegtuig.
Deze bom viel op de balford brug in Breda waar m’n overgroot opa fietste.
Mijn Indische overgroot opa die KNIL militair was, zat tijdens de capitulatie
gevangen in een Jappen kamp.
Waar hij moest werken aan de Birma spoorweg.
Terug in Nederland heeft hij deze tijd nooit meer los kunnen laten.
Nu 70 jaar later.
Ben ik de 4de generatie na de 2de Wereldoorlog en leef in vrijheid.
Vrijheid zoals ik nu ken hebben mijn overgroot opa’s jaren niet gehad.
Mijn opa, opa Wissel verteld mij hier wel eens over, we gaan naar herdenkingen,
bezoeken musea en ik ben naar erevelden geweest in Europa en in Azië.
Hier kan je zien en een beetje voelen wat oorlog betekent.
Daarom vind ik het belangrijk dat de verhalen en ervaringen uit de oorlog
doorverteld worden.
Over wat oorlog bijvoorbeeld met je doet zoals pijn, verdriet en angst.
Mensen kunnen hier van leren.
Voor ons is vrijheid vanzelf sprekend.
Ik ben nu 14 jaar en ben niets anders gewend dan leven in vrijheid.
Want wij leven nu al 70 jaar, een mensenleven lang in vrede!
Met het zingen van het Indisch Onze Vader wordt de overstap gemaakt naar de ceremonie protocollaire. Veteranen van alle leeftijden komen naar voren en gaan in de houding staan. Na de last post door Bart Felet en die ene minuut stilte, waarbij men een speld kan horen vallen, gaan de vlaggen in top. En met het door velen luid meegezongen Wilhelmus wordt de ceremonie protocollaire afgesloten. Ieder jaar opnieuw een indrukwekkend moment.
Nadat Cees Leijnse, voorzitter Raad van Toezicht van Raffy, een laatste woord tot de bezoekers heeft gericht, wordt door verschillende organisaties een bloemstuk bij het monument gelegd. Het laatste bloemstuk word namens Stichting Arjati gelegd door Charlaine Breuer en Erik Koenen. Mooi om te zien dat deze 3e generatie zich zo betrokken toont.
Aansluitend volgt het defilé en leggen nog vele, vele mensen bloemen bij het monument.
En dan is het tijd voor ontmoeting. Overal is het druk en zijn mensen in gesprek. Met kinderen van de Kievitsloop die vertellen waarom zij het monument geadopteerd hebben. Met Will van de Corput over zijn tentoonstelling die zijn toespraak beeldend maakt. Bij de documentatietafel met Ankie, Anita en Charlene, die proberen zo goed mogelijk iedereen van informatie te voorzien. Maar die het ook druk hebben met de verkoop van het boekje ’70 jaar; een mensenleven’. Speciaal geschreven voor deze bijzondere herdenkingsdag en tegen een klein bedrag van 2,50 euro te koop. En het is druk bij de toko en de bar, waar de vrijwilligers handen te kort komen.
En om 16.30 uur is het nog druk, want dan gaan de 3 buffetten open. Velen zijn naar huis gegaan, maar degenen die een maaltijd gereserveerd hebben zijn er nog. 380 Maaltijden zijn door de keuken van Raffy klaargemaakt en alle 380 maaltijden zijn afgehaald en met veel smaak opgegeten. Na het eten begint men langzaamaan huiswaarts te keren en de laatste pendeldienst, die bezoekers naar het parkeerterrein bij Touw brengt, wordt gedraaid.
Tegen 18.30 uur verlaten de laatste bezoekers Raffy en gaan we opruimen. Met hulp van medewerkers van Raffy en vrijwilligers van Raffy en Arjati is de klus zo geklaard. Moe maar voldaan kijken we terug op een mooie herdenkingsdag. Met elkaar is het weer gelukt om er iets moois van te maken.
Stichting Arjati bedankt iedereen die op een of andere manier heeft bijgedragen om de 15 Augustus Herdenking mogelijk te maken.
Video
Een filmreportage van deze herdenking is gemaakt door Elisabeth TV.