Indie Herdenking Breda 2014

‘….. en toen dachten we dat het vrede was ….’

De Nederlandse vlag, de Bredase vlag en de Raffyvlag worden met veel respect door cadetten van de KMA Breda halfstok gehangen bij het Indië-monument in de tuin van Raffy. Een bijzonder tafereel. De vlaggen die halfstok wapperen, de grijze lucht en de grote tent met meer dan 400 nog lege stoelen, waar mensen plaats kunnen nemen om met elkaar te kunnen herdenken.

Als de klok van de voormalige Kruiskerk, die sinds 14 januari jl. in de tuin van Raffy officieel een plek heeft gekregen, een aantal keren slaat, start om klokslag 14.00 uur de herdenkingsceremonie. Geen stoel is onbezet en in de aangrenzende ruimtes van Raffy hebben ook bezoekers en bewoners plaats genomen om de herdenking mee te kunnen maken, die geleid wordt door Walter Kessels. In zijn inleiding haalt hij thema ‘bersiap’ kort aan, om vervolgens het woord aan Will van de Corput te geven, die ons aan de hand van zijn persoonlijke ervaringen mee terug neemt in de tijd.

TOESPRAAK DOOR WILL VAN DE CORPUT sr.

 Ik neem u allen … even terug … in de tijd …

Het is vandaag …

Woensdag, 15 Augustus 1945.

Bevrijdingsdag?  Vraagteken.

Horen we het goed?

Het geronk van vliegtuigen!

We kijken omhoog en zwaaien.

Vele pamfletten dwarrelen langzaam omlaag.

Als manna uit de hemel.

Als langverwachte hulp.

Op hongerende grond.

 

Als aasgieren storten we ons op de prooi.

We grissen de pamfletten uit elkaars handen.

We willen alles wéten, we willen alles lézen.

Het ongelooflijke, het onbegrijpelijke.

De bevrijding, …ja  … de bevrijding is nabij …

Dàt lezen wij. .

Emoties ontstaan in verschillende vormen.

We lachen en we huilen tegelijk.

We joelen, we gillen en we krijsen.

We springen in het rond, het moet er allemaal uit.

Eén complete hoerastemming.

Is het echt waar?…

 … is de bevrijding … ècht nabij?

 

Een algemene order:

Om rustig in het kamp te blijven.

Wordt met voeten betreden.

We rukken op, we bestormen het gedèk.

En we maken grote gaten er in.

We willen eruit … uit het kamp.

Immers, … de bevrijding …  is toch nabij!

En dan de volgende dagen:

We klimmen op elkaars schouder.

We kijken over het kapot getrokken gedèk.

De Nippon-vlag is weg … Japan gecapituleerd.

En toen dachten we, dat het vrede was.

Maar neen, we zien een rood-witte vlag.

De vlag der revolutie fluistert men.

Is onze bevrijding …  dan nog wel nabij?

De Jappen schijnen te zijn verdwenen.

Indonesiërs nemen hun plaats in.

Marcheren rond met kapmessen.

Met roentjings, gepunte bamboestokken.

Schreeuwen keer op keer:  bersiap en merdeka!

Helaas, de vrijheid is bedoeld voor hén.

En wij dan? …

… is onze bevrijding …  nièt meer nabij?

 

We wachten angstig af … en maar wachten.

We worden kennelijk niet bevrijd.

De rollen zijn geheel omgekeerd.

De Jappen zijn nu onze beschermers.

Ze bewaken ons tegen de vijand.

Tegen chaos, tegen moord en tegen doodslag.

De verlangde bevrijding komt niet …

… het  is voorbij.

Maar vandaag …  69 jaren later …

Vragen wij ons nog steeds af:

Zijn wij op 15 Augustus 1945 … ooit bevrijd?

Het antwoord op deze vraag is kort: …  Nee.

Vandaag geen echte bevrijdingsfeest.

Wel schenken wij vandaag

op bijzondere wijze aandacht

aan gebeurtenissen uit het verleden…

we praten er samen over …

en gedenken daarbij onze overleden dierbaren.                                                       

Dat onze herdenking hier,

bij ons Indisch monument zinvol zal blijven.

Dat onze vrijheid in ons land wordt bestendigd en

elders in de wereld wordt gevestigd.

Dank u allen voor uw aandacht.

Teteringen, 15 augustus 2014.

Will van de Corput sr.

Nadat het Raffykoor het lied Jalang Kenangan ten gehore heeft gebracht, spreekt Burgemeester van Breda, de heer van der Velden de aanwezigen toe in bewoordingen die er toe doen. Uit de toon die de burgemeester laat horen, is af te leiden, dat hier iemand spreekt die zich zeer betrokken voelt bij de 15 Augustus Herdenking.

TOESPRAAK DOOR BURGEMEESTER PAUL DEPLA

Dames en heren,

Wat fijn dat we vandaag met zo velen zijn om te herdenken. Het doet mij goed om zoveel gezichten hier te zien.

Want ieder jaar op 15 augustus komen we hier samen, in de tuin van Huize Raffy, om stil te staan bij een vreselijk hoofdstuk uit de Nederlandse geschiedenis. Het herdenken van de Tweede Wereldoorlog blijft belangrijk. En ook de strijd in de Oost mag daarbij niet vergeten worden.

We mogen nooit vergeten.

We moeten lessen blijven trekken uit deze verschrikkelijke gebeurtenissen. Lessen voor de toekomst. Want dat is een belangrijk onderdeel van herdenken. Zorgen dat we niet dezelfde fouten maken. En daar zijn we samen verantwoordelijk voor.

De datum 15 augustus 1945 markeert het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog. Maar het is slechts een datum op papier. In de Oost begon de zogenaamde Bersiap-periode. De strijd om de onafhankelijkheid van Indonesië brak aan. Weer een periode van onzekerheid en angst in een samenleving die afgleed in geweld. Een periode van chaos en dreiging. Wie was nu de vijand en waar was je nog veilig? Vandaag denken we terug aan al die slachtoffers en zijn we samen stil.

Ik bedank de stichting Arjati en Woonzorgcentrum Raffy voor de inzet die u ieder jaar toont om deze herdenking mogelijk te maken. Dit jaar koos u voor het thema ‘…en toen dachten we dat het vrede was…’ . Een misleidende gedachte. Een droom die in duigen viel… Een desillusie.

We moeten ons bewust blijven van het feit dat vrijheid en gelijkheid geen vanzelfsprekende begrippen zijn. Je hoeft de TV maar aan te zetten om je te beseffen dat er nog steeds oorlog is. Een tijd lang konden we onszelf troosten met de gedachte dat die oorlogen allemaal ver weg waren en dat wij daar niets of weinig van meekregen. Tot dat we de TV aanzetten en de beelden van de vliegtuigramp op brute wijze onze huiskamers in denderden.

Met de vliegtuigramp in Oekraïne op 17 juli 2014 werd ons gevoel van veiligheid wreed aangetast. Een conflict dat ogenschijnlijk ver weg leek, is nu opeens heel dichtbij. En zomaar, zonder dat iemand het aan je vroeg, ben je onderdeel of slachtoffer van een strijd die niet van jou is.

Herdenkingen houden onszelf en onze kinderen alert. Er moet plaats blijven voor de verhalen, voor het verdriet en voor het gemis. En in het delen van dat verdriet ligt een stuk verwerking. Ik bewonder de sprekers die vandaag hun persoonlijke verhaal, hun herinnering aan die vreselijke oorlog, durven delen. Ik sluit graag af met een gedicht van Toon Tellegen met de titel ‘Kom terug’.

‘Kom terug.’
Als ik die woorden eens zó zacht kon zeggen
dat niemand ze kon horen, dat niemand zelfs kon denken
dat ik ze dacht…

en als iemand dan terug zou zeggen
of desnoods alleen maar terug zou denken
op een ochtend:
‘Ja.’

Ik dank u voor uw aandacht.

TOESPRAAK DOOR PETER STEENMEIJER

De vrede die geen vrede was beschreef Peter Steenmeijer, oud directeur van de Oorlogs Gravenstichting, als een Indische dag van droefheid met een randje van vreugde. Een droefheid die ook hem persoonlijk trof door het verlies van zijn broer Hugo tijdens de Bersiap. Hieronder zijn verkorte toespraak.

Dames en heren,

Wij zijn hier bijeen om stil te staan bij de datum van 15 augustus 1945, het eind van de Tweede Wereldoorlog,  maar ik denk dat het voor een goed begrip nuttig kan zijn om u even terug te voeren naar de roerige periodes voor en na die belangrijke dag.

Velen van u hebben die tijd bewust meegemaakt, maar ik zie ook de generatie van vlak na de oorlog, zoals ik zelf, en de nog jongere garde, wier aanwezigheid en belangstelling we trouwens bijzonder waarderen. Een korte terugblik dus.

Nederland werd in mei 1940 bezet door de Duitsers.

In het Verre Oosten begon de oorlog later, en wel op 7 december 1941 na de onverhoedse Japanse aanval op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor. Japanse troepen veroverden in hoog tempo de Filippijnen en Malakka. Vervolgens viel Singapore, en in maart 1942 landden de Japanners op Java. Nederlandse overheidsdienaren, militairen en burgers, werden gedood of als krijgsgevangene afgevoerd; vrouwen en kinderen verdwenen in Japanse kampen of moesten als ‘buitenkamper’ zien te overleven. Er volgden jaren van verschrikking en hongersnood.

Zo’n 42.000 Nederlandse militairen werden krijgsgevangen gemaakt. Ze moesten slavenwerk verrichten in de mijnen van Japan, bij de bouw van vliegvelden op verlaten eilanden of bij de aanleg van spoorwegen in Sumatra, Birma en Siam.

Mijn vader was –als KNIL-militair- een van die krijgsgevangenen. Hij moest zijn zwangere vrouw, mijn moeder, in Surabaya achterlaten, werd met duizenden anderen afgevoerd, overleefde een schipbreuk en werd uiteindelijk tewerkgesteld aan de beruchte Birma-Siamspoorweg.  Andere mannen, vrouwen en kinderen, ongeveer 100.000 in totaal, werden geïnterneerd in  Jappenkampen over heel Indie. Meer dan 13.000 personen overleefden die kampen niet.

De oorlog ging voort maar na enkele jaren keerde het tij langzaam. De geallieerden, o.l.v. generaal MacArthur, brachten Japan steeds verder in het nauw. De atoombommen op Hiroshima (140.000 doden) en Nagasaki (70.000 doden), op 6 en 9 augustus 1945, vormden de genadeslag voor Japan: op de 15e augustus 1945 maakte de Japanse keizer de overgave van Japan bekend, waarmee het eind van de Tweede Wereldoorlog een feit was.

Toch is 15 augustus een datum die -althans bij een groot deel van de Nederlandse bevolking- niet zo leeft als 5 mei. Nederland werd immers op die dag bevrijd van de Duitsers, 5 mei werd de Bevrijdingsdag: voor Nederland was de oorlog over en die datum kent iedereen. Maar in Azie was de oorlog nog in volle gang, en wel tot 15 augustus 1945. Velen in Nederland hebben dat nooit zo beseft, maar gelukkig groeit de kennis.

Het is misschien ook wel wat gecompliceerd. Want is 15 augustus een dodenherdenking? Nee, niet echt. Dat is de Nationale Dodenherdenking op 4 mei. Is 15 augustus een bevrijdingsdag? Nee, ook niet helemaal. Wat is het dan wel? Je zou het kunnen omschrijven als een dag, en meer speciaal een Indische dag, van droefheid met een randje van vreugde, — een combinatie van herdenken en vieren:

herdenken van hen die vielen in Zuid-Oost Azië maar ook blijdschap om het eind van de Japanse bezetting.

Nu zeg ik dat zo wel, maar van echte blijdschap, van een bevrijding zoals wij dat in Nederland kennen, was in het toenmalig Nederlands-Indie geen sprake. Japan was weliswaar verslagen, de oorlog was over, maar er waren daar noggeen geallieerde troepen die joelend door de bevolking werden welkom geheten –iedereen kent die zwart-witfilmbeelden wel. In Indie waren geen bevrijdingsfeesten. Integendeel, de Nederlandse krijgsgevangenen waren nog lang niet terug uit de Jappenkampen, er was een gezagsvacuum en van enig gevoel van vrede was dus totaal geen sprake. Want twee dagen na de capitulatie van Japan, op 17 augustus 1945, riep Soekarno, onder druk van zijn jonge achterban, de onafhankelijkheid van Indonesie uit. De toespraak Soekarno was het sein voor Indonesische jongeren, de pemuda’s, tot een algehele opstand, om te voorkomen dat de Nederlanders hun voormalige machtspositie terug zouden krijgen. De Indonesische onafhankelijkheidsoorlog barstte in alle hevigheid los. En dat is het thema van deze herdenking: “…en toen dachten we dat het vrede was…”

Zelf heb ik pas op latere leeftijd beseft hoe gruwelijk die tijd was voor Indische vrouwen zoals mijn moeder die als buitenkamper met haar zoontje, mijn oudere broer Hugo, de oorlog had overleefd, maar toen opeens van de regen in de drup kwam. Hele wijken in Surabaya, waar zij woonden, werden uitgemoord, ze moesten zich zonder eten en drinken dagenlang schuil houden, in voortdurende angst en levensgevaar.

De bersiapperiode was een vreselijke periode waarin mensenlevens niet telden! Als ik beelden zie van wat er nu gebeurt in Syrie, Oekraine of Gaza denk ik daar vaak aan…

Heel veel Nederlanders, Indische Nederlanders en Chinezen lieten het leven. Het juiste aantal slachtoffers in de periode 1945 tot 1949 zullen we nooit te weten komen, maar de schattingen lopen uiteen van 6000 tot 20.000 doden en vele duizenden gewonden. Velen van hen liggen begraven op de Nederlandse erevelden in Indonesie.

Een van de slachtoffers van de Indonesiche onafhankelijksheidstrijd is mijn oudere broer Hugo. Hij werd geboren vlak na het uitbreken van de oorlog, maar hij mocht slechts 5 jaar jong worden.

Velen van u kennen het verhaal van de “kist van Hugo” met zijn spulletjes, de kist die onderwerp was van een tv-documentaire, die stond op de tentoonstelling ‘Buitenkampers’ in het Museon en op de tentoonstelling ‘100 objecten van de oorlog’ in de Kunsthal. Het is het verhaal van een oorlogskind. Een kind dat met zoveel andere oorlogskinderen ligt begraven op het Nederlandse ereveld Kembang Kuning in Surabaya.

Dames en heren, zoals de heer Kessels in zijn introductie memoreerde: ik was tot eind vorig jaar directeur Indonesie van de Oorlogsgravenstichting. Ik heb die eervolle taak 12 ½ jaar mogen doen. Sommigen onder u en honderden overige nabestaanden en bezoekers heb ik persoonlijk mogen ontvangen en begeleiden op de erevelden. Ik kan u zeggen dat dat iedere keer weer even indrukwekkend is. Persoonlijk denk ik met veel voldoening en ontroering terug aan de herdenking van februari 2012 op het ereveld Kembang Kuning waarbij ik samen met twee zusjes en mijn jongere broer speelgoed uit de kist van onze broer Hugo bij zijn graf hebben kunnen leggen.

Vandaag herdenken wij hem, en alle andere gevallenen, — en daarnaast gedenken we het feit dat er op 15 augustus 1945 een eind kwam aan de Tweede Wereldoorlog.

Een Indische dag van droefheid met een randje van vreugde.

Ik dank u voor uw aandacht.

TOESPRAAK DOOR CS KLAAS DE BOER,

De toespraak van cadet-sergeant Klaas de Boer van de KMA Breda had een andere insteek. Als officier in opleiding wordt er toekomst gericht gedacht, echter de ervaringen van burgers en veteranen, die de ervaringen van de oorlog in zich dragen, zijn ook voor hem van groot belang.

Onzekerheid

Toen ik werd gevraagd om op uw herdenkingsplechtigheid het woord te doen heb ik niet geaarzeld. Ik hoop dat het u allen duidelijk wordt, waarom ik niet heb geaarzeld na mijn korte toespraak met als thema ‘Onzekerheid’.

Op donderdag 17 juli 2014 werd boven Oost-Oekraïne het vliegtuig de MH17 van Malaysian Airlines, een burgerlijnvliegtuig dat op weg was van Amsterdam naar Kuala Lumpur, populaire vliegroute tussen Nederland en Indonesië, neergeschoten. In totaal kwamen 283 onschuldige mensen om het leven waarvan 194 Nederlanders, een vreselijke gebeurtenis.

De ramp is een gevolg van het conflict tussen Oekraïne en pro-Russische militanten, een conflict dat grote onzekerheid creëert in de internationale gemeenschap. Dit machtsvacuüm heeft direct invloed op de burgers in Oekraïne. In Oost-Oekraïne vallen voortdurend burgerslachtoffers, waarschijnlijk als gevolg van willekeurige en disproportionele aanvallen. De toekomst is onduidelijk en mensen leven elke dag in een onzekere, uitzichtloze situatie.

Niet alleen in Oekraïne leven mensen in onzekerheid, voorbeelden zijn Afghanistan, Syrië, de Gazastrook, Libanon en we zagen het ook in voormalig Joegoslavië.

Onzekerheid kan tot gevolg hebben dat u zich niet meer vrij voelt om dat te doen wat belangrijk of nodig voor u is. Bijvoorbeeld om ‘nee’ te zeggen en voor uw eigen belangen op te komen. Ernstige, langdurige onzekerheid kan allerlei gevolgen hebben op de gezondheid van mensen, het kan zich uiten in: Depressie, eenzaamheid, paniek en straatvrees.

Onzekerheid is niet iets nieuws, de geschiedenis kent vele periodes waar mensen in onzekerheid verkeren, één daarvan herdenken we vandaag: de Bersiap periode. Op 17 augustus 1945 roepen de nationalistische leiders Soekarno en Hatta de republiek Indonesië uit. Nederland erkent de nieuwe republiek niet. In dit machtsvacuüm start een chaotische tijd waarin Nederland en Indonesië tegenover elkaar komen te staan.

Een aantal onder u heeft deze tijd van grote onzekerheid zelf meegemaakt en ondervindt daar misschien nog steeds de negatieve gevolgen van. De militairen van het Koninklijke Nederlands-Indische Leger, geïnterneerde Nederlanders en Indo-Europeanen blijven vanwege de gewelddadigheden overal in het land in de overvolle krijgsgevangenen- en burgerkampen, vaak zwak of ziek. Hun bestaan was volledig onzeker. Totale onzekerheid was er voor diegenen die buiten de kampen bleven, de zgn. “buitenkampers”.

De conflicten uit de geschiedenis en hedendaagse conflicten gaan samen met onzekerheid. Als toekomstig leidinggevende bij defensie maak ik deel uit van een organisatie die te maken heeft met deze onzekerheid en hier tegen optreedt.  Een van onze hoofdtaken is ‘bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit’. Defensie staat voor vrede en veiligheid, in eigen land en daarbuiten. Nederland levert daarmee een bijdrage aan de stabiliteit en vrijheid in de wereld. Hiermee is ook de samenleving gediend.

Tijdens vredesmissies treden wij op in gebieden waar mensenrechten bedreigt worden en burgers in onzekerheid leven. Daarnaast kunnen wij zelf in een onzekere situatie komen, bijvoorbeeld wanneer we in contact zijn met de vijand. Om hierop voorbereid te zijn moeten wij begrijpen wat onzekerheid is en wat het met mensen doet, om zo deze onzekerheid weg te kunnen nemen en de rechtsorde te kunnen herstellen.

Daarom is het belangrijk dat we blijven herdenken en dat we leren van de geschiedenis en van de mensen die zelf deze situaties ervaren hebben, om zo beter voorbereid te zijn op de toekomst.

Na deze indrukwekkende toespraken, volgde het vaste programma. Het Indisch Onze Vader werd ingezet en luid meegezongen door de aanwezigen, waarna Bart Felet het signaal ‘Taptoe’ en het signaal ‘Reveille’ blies, met daartussen die ene minuut stilte. Helaas dit keer geen in rijen opgestelde veteranen, die hun eer wilden bewijzen door gezamenlijk de groet te brengen. Vanwege het onvoorspelbare weer en de zware regenval was kort voor aanvang van de herdenking besloten om hier van af te zien, wat voor veel veteranen een teleurstelling was. Volgend jaar zal dit anders zijn. Weer of geen weer, de veteranen zullen opgesteld staan. Wanneer de vlaggen vervolgens in top gaan en het Wilhelmus klinkt, dan voel je de saamhorigheid.

Ter afsluiting geeft de directeur van Stichting Woonzorgcentrum Raffy een inkijkje in het gevoelsleven van de bewoners van Raffy. Hij vertelt de aanwezigen dat bewoners zich ongerust maken en haalt aan dat vrede helemaal niet vanzelfsprekend is. Een persoonlijk verhaal over zijn contacten met bewoners, die in Raffy een veilige plek hebben gevonden en hun onrust in alle veiligheid kunnen uitspreken en mogen zijn wie ze zijn. Ook iets wat zelfs vandaag geen vanzelfsprekendheid is. Een deel van zijn toespraak volgt hieronder

Hiervoor u staat een bevoorrecht man, niet alleen omdat ik leiding mag geven aan zo’n mooi en bijzonder huis als Raffy is maar vooral om al die contacten die ik met de bewoners mag hebben. Hetgeen ik u wil vertellen komt voort uit hetgeen in deze contacten naar voren komt.

Hoe goed  is het om hier te zijn, hoe goed is het om u allen hier te zien op deze dag en dit moment, hoe goed is het om de verschillende toespraken te horen en zojuist het officiële moment van herdenken te beleven…………

Vrede lijkt zo vanzelfsprekend maar iedere dag ervaren we dat het zo moeilijk is om allemaal in vrede te leven. Kranten staan vol van conflicten, elke dag weer nare beelden op de tv……. er is geen vrede voor iedereen.

Het lijkt vreemd wat ik nu zeg maar ik ben van mening dat we in de laatste jaren steeds minder met vrede bezig zijn. Het lijkt er wel op dat we het idee hebben  dat er vrede is, oorlogsgebieden ver weg zijn,  en dat tijden zoals tijdens de 2de wereldoorlog niet meer terugkomen. Vergissen we ons?

Vrede is niet vanzelfsprekend, we zullen er iets voor moeten doen, vrede is niet alleen het stoppen van de oorlogsactiviteiten  in de Gazastrook en Oekraine.

Vrede is ook belangrijk in de straat, op school, in de wijk. Vrede is verdraagzaamheid, respect voor de inwoner van de straat, de wijk, ook de inwoner met andere culturele achtergrond, die anders eruit ziet of een andere taal spreekt. Vrede begint heel dicht bij!

Het is goed dat we hier jaarlijks herdenken, beseffen dat vrede niet vanzelfsprekend is. Het is goed dat we dat hier doen, hier in Raffy, een huis waarin mensen wonen die nog dagelijks de feiten van de oorlogstijd in Indië en de bezetting ervaren en voelen. Het is goed om dit hier te blijven doen, als teken dat vrede belangrijk is, dat we ook in ons land er nog lang niet zijn en dat we er iets voor moeten doen.

Graag wil ik mede namens de RvT van Raffy  iedereen bedanken die ook vandaag weer een sfeervolle herdenking hebben georganiseerd en mogelijk gemaakt. Niemand wil ik tekort doen maar speciaal wil ik bedanken de kinderen van de de Kivietsloop, fijn dat jullie  hier zijn en helpen en heel goed van jullie dat jullie het thema vrede bezig zijn.

Ook u burgemeester wil ik graag  bedanken. Niet alleen dat u steeds  voor de herdenking tijd heeft ingeruimd in uw drukke agenda maar vooral de wijze waarop u steeds u betrokkenheid heeft getoond. Ik ga er van uit dat u uw opvolger een goede overdracht meegeeft en ik weet zeker dat de 15 augustus herdenking bij Raffy daarin niet zal ontbreken.  Nogmaals heel veel dank.

Inmiddels is de hemel open gebarsten en worden de bloemenleggers door heftige regenbuien geteisterd. Dat weerhoudt de mensen niet om bloemen te leggen. Het monument wordt omringd door bloemen en vele, vele mensen betuigen hun eer. En het Raffykoor zingt onvermoeibaar door. Geweldig.

Video

Stichting Arjati

Jan Willemenstraat 9

5103 AD Dongen

info@arjati.nl

Indisch Museum

Joseph Poelaertsstraat 1

4827 EL Breda

indischmuseum@arjati.nl

Volg ons op onze socials

Design en beheer: Banse Project Management