In het laatste kwartaal van 2022 heeft Stichting Arjati inhet kader van de Maand van de Geschiedenis nog een aantal activiteiten georganiseerd, waar zij graag nog met u op wil terug kijken. Deze activiteiten werden mogelijk gemaakt in samenwerking met de Nieuwe Veste, Stadsarchief Breda en het Stedelijk Museum Breda. Dankzij de inzet van de werkgroep Maand van de Geschiedenis van Stichting Arjati, bestaande uit Rob Adolphs, Franklin van Galen en Donald Harting, heeft Stichting Arjati een mooi programma neer kunnen zetten.
Middels onderstaand verslag, geschreven door Rob Adolphs die bij alle activiteiten dagvoorzitter was, nemen wij u mee terug in de tijd naar de lezingen van Anne-Lot Hoek, Suze Zijlstra en de Indische Salon.
Zondag 16 oktober: Anne-Lot Hoek – Strijd om Bali
Anne-Lot Hoek is een onafhankelijk auteur, historica en journalist. Ze publiceert o.a. voor NRC Handelsblad, De Groene Amsterdammer, Vrij Nederland en de Lage Landen. Tevens levert zij bijdragen op radio en televisie, zoals NPO Radio 1, Buitenhof en Nieuwsuur.
Strijd om Bali
Het was een verrassende en zeer verhelderende lezing, waarbij Anne-Lot in duidelijke taal en met mooie bijbehorende dia’s vertelde hoe haar boek ‘Strijd om Bali’ tot stand is gekomen. Het begon allemaal met Charles Destree, die haar 8 jaar geleden een foto liet zien waarop je diverse menselijke lichamen zag die op een afschuwelijke wijze om het leven moesten zijn gekomen. Charles vroeg Anne-Lot of zij kon achterhalen welk tragisch verhaal achter deze foto schuilging.
Terwijl wij allen Bali zo lieflijk vinden, massaal op vakantie naar Bali gaan, is Anne-Lot in het verhaal achter deze foto gedoken….Daar moest ze voor naar Bali. Zij vroeg zich af ‘waarom er zo buitensporig veel geweld is gebruikt op Bali, terwijl Bali als loyaal naar Nederland werd gezien en niet bekend staat als belangrijk strijdtoneel tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd’. De vele gesprekken met KNIL’ers (Koninklijke Nederlandsch-Indische Leger) aan het einde van hun leven, opende voor Anne-Lot een venster naar het koloniale verleden.
Het heeft Anne-Lot 7 jaar gekost om achter het complete verhaal van deze geschiedenis te komen. Zij kreeg tijdens die 7 jaar niet altijd overal medewerking om in de diverse archieven te mogen duiken maar zij bleef hier zeer volhardend in. Anne-Lot vertelde over de Puputan (rituele zelfdoding) op Bali in 1846 en verwees ook naar de Puputan in 1906. In 1846 is Bali pas bezet door de Nederlandse veroveraars.
Het was een boeiende lezing. Na de lezing werden door de dagvoorzitter nog enkele persoonlijke vragen gesteld. Hierna kregen de bezoekers de gelegenheid om meer vragen te stellen over het boek en de lezing.
Er zijn 38 mensen naar deze boeklezing gekomen. Zij hebben kunnen genieten van een mooie en interessante middag. Na een hartelijk applaus werd het jubileumboek van Arjati aan haar overhandigd. Hierna was er de mogelijkheid om na te praten onder het genot van een drankje.
Zondag 23 oktober: Suze Zijlstra – de Voormoeders
Suzanne (Suze) Zijlstra (1986) is een Nederlands historicus gespecialiseerd in Nederlandse maritieme en koloniale geschiedenis van de zeventiende en achttiende eeuw. Zijlstra studeerde Geschiedenis aan de UvA. Zij won de J.R. Bruijn-prijs voor haar scriptie en verkreeg een NWO promotiebeurs voor individueel onderzoek. In 2015 promoveerde zij aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift Anglo-Dutch Suriname: Ethnic interaction and colonial transition in the Caribbean, 1651-1682
De Voormoeders
In De voormoeders werpt Suze Zijlstra nieuw licht op de sociale, economische en culturele sleutelrol die Europees-Aziatische vrouwen speelden in de 300-jarige Nederlandse overheersing van Nederlands-Indië. Hiervoor reconstrueerde ze de levens van de voormoeders in haar eigen familie: van de bewoners van de achttiende-eeuwse voc-vestiging Makassar op het eiland Sulawesi, via de opzichtersgezinnen op de suikerplantages van Oost-Java tot en met haar oma, die na de Indonesische onafhankelijkheid naar Nederland emigreerde. Aan de hand van familieverhalen en op basis van archief- en literatuuronderzoek plaatst zij hun levens in een bredere, kritische en actuele historische context.
In de geschiedschrijving van de voc staan nog altijd de Europese mannen centraal, terwijl de (veelal slaafgemaakte) Aziatische vrouwen, die een cruciale rol speelden, nauwelijks ter sprake komen. Om deze vrouwen en hun Europees-Aziatische nakomelingen draait het in dit even meeslepende, urgente als persoonlijke boek, waarin Suze de complexiteit van het koloniale verleden in Nederlands-Indië op een indringende wijze toegankelijk maakt voor een nieuwe generatie.
In een mooi presentatie vertelde Suze hoe zij de archieven ingedoken was om haar geschiedenis te achterhalen. Dat was een moeizame zoektocht omdat haar voormoeders nauwelijks geregistreerd waren. De meeste vrouwen konden niet met de Nederlandse mannen trouwen, zodat zij uit beeld waren verdwenen. Veel gegevens kon zij terug vinden via diverse bronnen, waaronder Delpher. Ook via huuradvertenties. Vrouwen zochten dan huurders om in hun levensonderhoud te voorzien. Suze kon zo achter hun namen komen.
Na de lezing werden door de dagvoorzitter nog enkele persoonlijke vragen gesteld. Hierna kregen de bezoekers de gelegenheid om meer vragen te stellen over het boek en de lezing. Er werden 58 bezoekers ontvangen. Zij hebben kunnen genieten van een mooie en interessante middag.
Na een hartelijk applaus werd het jubileumboek van Arjati aan haar overhandigd. Hierna was er de mogelijkheid om na te praten onder het genot van een drankje.
Zondag 30 oktober – Indische Salon: Het einde van Nederlands Nieuw-Guinea
Met het thema ‘Het einde van Nederlands Nieuw Guinea’ sluit de Indische Salon aan bij het landelijke thema van de Maand van de Geschiedenis ‘Wat een ramp’. Welke directe gevolgen heeft het einde van Nederlands Nieuw-Guinea gehad voor de Nederlandse, de Nederlands-Indische, de Molukse en de Papoea gemeenschap.
Het programma bestond uit een tweetal lezingen, een panel discussie en muziek.
Lezing Bert Oudenhoven
De eerste lezing werd verzorgd door Bert Oudenhoven, historicus en vrijwilliger bij het Indisch Museum van Stichting Arjati. Bert gaf een presentatie over de historische feiten van Nederlands Nieuw-Guinea vanaf 1938, toen de eerste kolonisten zich daar vestigden, tot aan de overdracht aan Indonesië in 1962. Bert bracht een mooi verhaal, die hij begrijpelijk kon overbrengen, ondanks dat het een complexe geschiedenis is.
Lezing Nico Jouwe
In de tweede lezing werd enerzijds het perspectief van het zelfbeschikkingsrecht van de originele bewoners van Nieuw-Guinea belicht. En anderzijds het lot van de Indische gemeenschap. Dit alles werd tegen het licht gehouden van de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië.
De lezing werd verzorgd door Nico Jouwe, zoon van een voormalig Papoea leider. Dit was een heel persoonlijk verhaal dat het publiek heel erg aansprak.
Discussie panel
Het panel bestond uit Charlene Vodegel, 3de generatie Indische Nederlanders, Monique Verhoeckx, filmmaker van Biak Stories , Nico Jouwe en Bert Oudenhoven. De discussieleider was Basile Lemaire. Hij faciliteerde de discussie met een aantal stellingen. Hieraan konden zowel de panel leden als het publiek aan deelnemen.
Stelling 1: Na 1949 begint de instroom van Indische kolonisten naar Nieuw-Guinea. De Nederlandse regering deed in die tijd alsof ze heel begaan was met de Papoea’s. Maar Nieuw-Guinea kwam natuurlijk vooral goed van pas om daar Indische Nederlanders te dumpen, zodat deze niet naar Nederland zouden komen.
Stelling 2: In de jaren 50 werden de Papoea’s door de nieuwe, Indische bewoners achtergesteld en behandeld als tweederangs burgers. Dus als de Indische mensen waren gebleven, of als Nieuw-Guinea nog steeds een kolonie van Nederland was geweest (in plaats van een onderdeel van Indonesië), dan zou dat voor de Papoea’s zelf weinig tot geen verschil hebben gemaakt.
Aan de hand van deze stellingen werd in eerste instantie niet gereageerd. Mogelijk omdat zowel op stelling 1 als stelling 2 niet gereageerd kon worden met een simpel waar of niet waar. De reacties die uiteindelijk volgden, waren emotioneel en heftig. Een voorbeeld hiervan is het verhaal van een bezoeker uit Almere. Hij vertelde dat hij als zesjarige jongen uit Nederlands-Indië gevlucht was naar Nederlands Nieuw-Guinea. Omdat hij een getinte huidskleur had, werd hij door de oorspronkelijk bewoners gediscrimineerd. Hij is op twaalfjarige leeftijd weer gevlucht uit Nederlands Nieuw-Guinea naar Nederland. Helaas werd hij hier weer gediscrimineerd, maar nu door de blanke bevolking. Weer omdat hij een getint uiterlijk had. Hij bracht zijn verhaal met veel emoties.
De muzikale omlijsting werd verzorgd door Sony Rering, een Molukse man die tijdens de pauze en aan het slot een paar mooie Molukse liedjes ten gehore bracht.
Ca. 70 bezoekers hebben genoten van deze interessante middag. Voor sommige was de Indisch Salon zelfs een eyeopener. Alle bezoekers waren onder de indruk van de opzet van dit evenement.
Voor de organisatie van de Indische Salon gaat speciale dank uit naar het Indisch Herinneringscentrum. Het Indisch Herinneringscentrum heeft het financieel mogelijk gemaakt om dit evenement te organiseren. Daarnaast werd het Stedelijk Museum Breda bedankt voor het beschikbaar stellen van het auditorium.
Tot slot bedankte Stichting Arjati alle partijen die meegewerkt hebben aan de maand van de geschiedenis: de Nieuwe Veste, het Bredaas Stadsarchief en het Stedelijk Museum Breda.
Ca. 70 bezoekers hebben genoten van deze interessante middag. Voor sommige was de Indisch Salon zelfs een eyeopener. Alle bezoekers waren onder de indruk van de opzet van dit evenement.
Voor de organisatie van de Indische Salon gaat speciale dank uit naar het Indisch Herinneringscentrum. Het Indisch Herinneringscentrum heeft het financieel mogelijk gemaakt om dit evenement te organiseren. Daarnaast werd het Stedelijk Museum Breda bedankt voor het beschikbaar stellen van het auditorium.
Tot slot bedankte Stichting Arjati alle partijen die meegewerkt hebben aan de maand van de geschiedenis: de Nieuwe Veste, het Bredaas Stadsarchief en het Stedelijk Museum Breda.
Tekst en foto’s: Rob Adolphs